top of page

Egbert van Drielst en het Museum Klooster Ter Apel: een klein bouwhistorisch mysterie


"Op een koude heldere winterdag in februari 2023 zat ik in de trein richting Groningen met op mijn schoot een olieverfschilderij van Egbert van Drielst (1745-1818). Ik was onderweg naar Museum Klooster Ter Apel, een in de bossen verscholen 15e-eeuws monument dat sinds 1992 behoort tot UNESCO werelderfgoed. Ik was daar te gast om tijdens de nieuwjaarsreceptie een toelichting te geven op mijn reisbagage, dat zij hadden aangekocht voor hun kunstcollectie. Het werk in kwestie, getiteld Gezicht op Klooster Ter Apel, toont aan de horizon zeer waarschijnlijk het klooster rond 1780-1790. Het schilderij laat een uitbouw aan de oostelijke (linker) zijde van het klooster zien. Een uitbouw waarvan niemand het bestaan vandaag de dag nog kent, maar waarvan vrijwel zeker nog de fundamenten in de grond zitten. In de tijd van Van Drielst was die uitbouw al lang afgebroken. Hoe wist Van Drielst van het bestaan ervan? En waarom was hij überhaupt in deze omgeving actief, terwijl hij in Noord-Holland woonde?


Egbert van Drielst, Gezicht op Klooster Ter Apel
Het eerste torentje links aan de horizon behoort tot het gebouw dat nu archeologisch wordt onderzocht. Egbert van Drielst, Gezicht op Klooster Ter Apel, ca. 1780, olieverf op paneel, 25 x 33 cm (collectie Museum Klooster Ter Apel).

De “Drentse Hobbema”


Van Drielst behoorde tot de belangrijkste schilders van de Nederlandse 18e eeuw en staat vandaag de dag bekend als de “Drentse Hobbema”, vanwege het op de kaart zetten van de Oost-Nederlandse natuur. Egbert van Drielst werd in 1745 geboren in Groningen. In 1761 verhuisde Van Drielst naar Haarlem om in dienst te treden bij de Haarlemse behangschilder Jan Augustini. Dit was een gebruikelijke route om de schilder- en tekenkunst onder de knie te krijgen én gelijk een boterham te verdienen. Bij Augustini leerde hij op papier, damast en linnen schilderen. Op zijn vrije dagen trok hij de natuur in rond Overveen en Bloemendaal. Daar begon hij de bomen, beekjes, wandelaars en huizen vast te leggen. Dit was ook de periode dat Van Drielst geïnteresseerd raakte in de schilders van de 17e eeuw, zoals Salomon van Ruysdael, Jacob van Ruisdael en Meindert Hobbema, en dan specifiek hun weergave van de natuur.


In 1765 verhuisde Egbert van Drielst opnieuw, nu naar Amsterdam. Daar ontmoette Van Drielst de toen al gerespecteerde schilder Jacob Cats. Cats had reeds menig grachtenpand voorzien van archaïsche voorstellingen en ging ook met Van Drielst samenwerken. Van Drielst nam de knoestige bomen, de lage vegetatie en de bebouwing voor zijn rekening en Cats schilderde de figuren.


Van Drielst specialiseerde zich als landschapschilder en had een diepe fascinatie voor het Nederlandse landschap en de Hollandse 17e eeuw. Hij was van mening dat de natuur in ons land het best bewaard was gebleven in de provincie Drenthe en in iets mindere mate ook Groningen. Hij was de eerste kunstenaar die echt aandacht aan dit type landschap besteedde en inspireerde daardoor veel 19e -eeuwse schilders in hun artistieke zoektocht naar het weergeven van de natuur. Dat hij hier intensief mee bezig was, weten we uit kunsthistorische bronnen: zijn tekeningen uit prentenkabinetten, maar ook uit enkele brieven. Hij ondernam wandeltochten in en rondom Eext, soms wel meerdere per jaar, waarin hij met zijn tekenaarsgerei de verschillende dorpjes afging en boerderijen aandeed om deze vast te leggen. Één van de locaties die hij bezocht heeft, is het Klooster Ter Apel, zo blijkt uit een tekening in de collectie van Boijmans van Beuningen waarop duidelijk herkenbaar het klooster is afgebeeld.


Van Drielst schilderde niet tijdens zijn reizen, maar deed dit thuis in zijn atelier. Van Drielst was sowieso meer een tekenaar. Zijn geschilderde oeuvre is klein in vergelijking met de talloze tekeningen die bewaard zijn gebleven, zelfs als we de behangsels meetellen (waarvan slechts enkele de tand des tijds hebben overleefd). Van Drielst schilderde en tekende niet zozeer de exacte weergave van bestaande locaties, maar gaf juist een artistieke impressie van de ongerepte natuur en schilderachtige plekken. Soms sprokkelde hij verschillende elementen uit tekeningen, om deze vervolgens in een nieuwe compositie in olieverf te schilderen. Fantasievol en toch gebaseerd op werkelijke locaties.


Archeologische opgravingen


Voor Museum Klooster Ter Apel is het schilderij van historisch belang en dat was ook de belangrijkste reden om het werk aan te kopen. Het opent het debat over de vorm en functie van de uitbouw. Om de bouwhistorie en de geschiedenis van het klooster verder in kaart te brengen, worden in mei op de locatie waar Van Drielst de aanbouw schilderde archeologische opgravingen verricht om onderzoek te doen naar funderingen. Komen de afmetingen van de uitbouw op het schilderij overeen met de onderzoeksresultaten? Duidt dat wellicht op en voorloper van het huidige klooster en moet daarmee de geschiedenis van het klooster worden herschreven? Of heeft Van Drielst de uitbouw erbij gefantaseerd? Hoe een schilderij mogelijk de sleutel wordt naar de ontrafeling van een bouwhistorisch mysterie."



Volg de ontwikkelingen rondom de opgravingen hier: www.kloosterarcheologie.nl



bottom of page