Anneke (Anna) van der Feer (1902-1956)
Portret van Helen van Dongen
ca. 1931
Olieverf op doek op paneel
Rechtsonder gesigneerd Anneke van der Feer
47 x 36 cm
Lijst: 54 x 43
Provenance:
Privécollectie Vlissingen,
Privécollectie Veere
Aangekocht door Musuem Arnhem.
Informatie:
De geportretteerde dame, Helen van Dongen (1909-2006) was een pionier in de documentairefilm, een terrein dat lang door mannen werd gedomineerd. Haar scherpe montages en visuele vertelstijl droegen wezenlijk bij aan de ontwikkeling van het genre.
Geboren in Amsterdam, begon ze eind jaren 1920 als editor en werd ze de vaste partner van filmmaker Joris Ivens. Hun samenwerking leverde klassiekers op als De Brug (1928), Regen (1929), Philips Radio (1931) en The Spanish Earth (1937).
In de jaren 1930 werkte Van Dongen in Moskou als assistent-regisseur en docent, waarna ze met steun van de Rockefeller Foundation naar de Verenigde Staten verhuisde. Daar monteerde ze onder meer The Land (1942) en Louisiana Story (1948) van Robert Flaherty, waarin haar subtiele, poëtische stijl bepalend was.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte ze films voor de U.S. Office of War Information, de Verenigde Naties en de Nederlandse Inlichtingendienst. Haar laatste film, Of Human Rights (1950), getuigde van haar maatschappelijke betrokkenheid. Na haar huwelijk met journalist Kenneth Durant trok ze zich terug uit de filmwereld, maar haar invloed bleef voelbaar en werd later met retrospectieven geëerd.
In het atelier van Ivens leerde zij Anneke van der Feer kennen. Van der Feer was een activistist, communist, kunstschilder, tekenaar en graficus. Zij genoot artistiek onderwijs onder Harmen Meurs in Amsterdam. Vanaf 1927 toonde ze haar werken op de jaarlijkse Onafhankelijken tentoonstelling in het Stedelijk Musuem Amsterdam. Tijdens de voorbereidingen van de tentoonstelling in 1931 hielp zij Nola Hatterman met het ophangen van werk dat is vastgelegd in de welbelkende haast iconische foto.
Het werk van Anneke van der Feer was bedoeld om de realiteit krachtig en expressief weer te geven, zonder franjes. Ze werkt in de stijl van het sociaal realisme en de nieuwe zakelijkheid en toont daarin overeenkomsten met vooraanstaande kunstenaars zoals Charley Toorop en Dick Ket, met wie ze ook bevriend was.
Via Meurs leerde zij de Russische cineast Joris Ivens kennen, met wie ze later een relatie kreeg en in 1934 mee naar Moskou verhuisde. Terwijl ze in Moskou verbleef, produceerde ze sobere houtskooltekeningen van hardwerkende arbeiders van de staalfabriek Sikkel & Hamer, zowel mannen als vrouwen, die werden gepubliceerd in communistische bladen als De Tribune. Na Ivens' vertrek uit Moskou in 1936, bleef Van der Feer daar wonen tot 1938, vastberaden om deel te nemen aan de strijd die ze als cruciaal beschouwde. Ze verhuisde later naar Parijs en vestigde zich in 1940 uiteindelijk weer in Amsterdam. Na de oorlog verzorgt zij de omslag van het tijdschrift Repoeblik Indonesië ter gelegenheid van het één jarig bestaan van de onafhankelijkheid van Indonesië en in 1947 reist Van der Veer naar het bevrijdde Joegoslavië. De opbouw van Joegoslavië trok veel internationale jonge brigadisten aan die onder andere meehielpen bij het aanleggen van de nationale spoorlijn. Hier zal Van der Feer Ivens opnieuw treffen.
Van der Feer's kunst, die zowel olieverfschilderijen als houtskooltekeningen omvatte, wordt gekenmerkt door een grovere, sociaal-realistische stijl, die haar onderscheidt van haar leermeester Meurs. Haar werken vonden hun weg naar het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Frans Hals Museum, het Gemeentemuseum Helmond en het Poesjkin Museum Moskou.
Haar laatste jaren brengt Anneke van der Feer door in de Zeeuwse stad Veere. Op basis van haar werk aldaar wordt zij daarom gerekend tot de groep Veerse Joffers. In Veere ontmoette zij Herman Schutte, haar laatste partner. In 1956 overlijd Van der Feer onverwachts aan een hartaandoening.
top of page
€ 0,00Prijs
bottom of page