"In het najaar van 2020 kreeg ik contact met het Nederlands-Franse echtpaar Herman en Narcisse Vollenbroek, de beheerders van het Julie van der Veen archief in Zuid-Frankrijk. In mijn bachelorscriptie deed ik onderzoek naar leerlingen van André Lhote en Van der Veen was daar één van. Het archief bestaat uit een honderdtal schilderijen, een tiental schetsboeken, grafisch werk en de correspondentie tussen Van der Veen en haar moeder. In dit lijvige archief vond het echtpaar twee litho´s van Jan Schoonhoven die zij niet goed konden plaatsen. In recente literatuur werden deze niet genoemd en soortgelijke werken waren zo snel online niet te vinden. Ze vroegen mij om op onderzoek uit te gaan.
Julie van der Veen Archief
Julie van der Veen (1903-1997) kwam uit een gegoede familie wat haar in staat stelde om grote delen van haar leven te reizen en te schilderen. Van der Veen werd in 1903 op Java geboren, maar verhuisde al in 1908 met haar ouders naar Den Haag. Daar studeerde zij aan de Academie van Beeldende Kunsten. In Parijs werd zij begin jaren ‘30 door een kennis geattendeerd op de colleges van André Lhote en besloot les te nemen. Ze verbleef afwisselend in Zuid-Frankrijk, Parijs en Den Haag. Net na de Tweede Wereldoorlog sloot Van der Veen zich aan bij de Haagse Kunstkring waar ze meermaals exposeerde. Daar raakte zij bevriend met Jan Schoonhoven. Over het contact tussen Schoonhoven en Van der Veen is weinig bekend, maar de twee prenten van Schoonhoven die opduiken in haar nalatenschap doen een vriendschappelijke collegialiteit vermoeden.
Jan Schoonhoven
Jan Schoonhoven (1914-1994) is een van de belangrijkste Nederlandse vertegenwoordigers van de Zerobeweging. In de jaren ’60 brak hij door met de welbekende monochrome reliëfs, gemaakt van papier-maché, papier en karton. Zero was een reactie op de emotionele en naïeve tendensen in kunst, zoals te zien is bij de Cobra-beweging en het abstract expressionisme. Met alledaagse materialen wilde Schoonhoven objectieve kunst maken, ontdaan van emotie. Zelfs in de formele titels van zijn reliëfs, zoals R 70-58, drong het zakelijke door.
De twee prenten uit het archief zijn van vóór Schoonhovens Zero-periode. Beide litho’s zijn gesigneerd in de plaat JJS ‘49 en op de achterzijde geannoteerd: Tijdvissen en Drie frivole dikken. De titels verraden een minder zakelijke Schoonhoven. De vervormde vissen zijn als klokken bewapend met wijzers en doen mij nog het meest aan Dali denken. De Drie frivole dikken staan dansend met hun hoekige lichamen naast elkaar. Hier heeft Schoonhoven het papier met schuurpapier bewerkt wat de figuren een haast archaïsch voorkomen geeft.
Catalogue raisonné
Herman en Narcisse Vollenbroek besloten om mij te bezoeken in Haarlem en de twee prenten in bewaring te geven. Ik nam contact op met Ron Koster, een Haarlemse kunstadviseur en collega die gespecialiseerd is in moderne en abstracte kunst. Zijn grootste interessegebied: Zero en minimale kunst. Hij was verrast deze werken te zien, want ook hij had deze niet eerder waargenomen. Daarom besloot hij contact op te nemen met Antoon Melissen, een eminent kenner van het oeuvre van Schoonhoven.
Melissen is de academicus die verantwoordelijk is voor de catalogue raisonné van de unieke werken van Schoonhoven. De twee prenten waren hem ook niet bekend, al kende hij wel een andere compositie met tijdvissen en frivole dikken. Koster en Melissen kwamen al snel tot de conclusie dat zij niet de aangewezen personen waren om deze stukken te beoordelen. Daarop speelde Koster zijn laatste troef: Camillo Rigo.
Rigo is als medeauteur van Jan Schoonhoven: Edities (2016) dé specialist op het gebied van Schoonhovens prenten. Hij kon ons vertellen dat de betreffende werken hoogstwaarschijnlijk monoprints zijn. Het woord zegt het al: een monoprint is een prent waar maar één afdruk van gemaakt is. Deze prenten zijn nooit in oplage gedrukt. Het is bekend dat Schoonhoven dergelijke drukken cadeau deed aan vrienden en kennissen. Julie van der Veen deed dat ook met haar grafische werk. Wellicht dat ze onderdeel uitmaakten van een artistieke uitwissel, een vriendschappelijk cadeau of een tegenprestatie voor een vriendendienst? Dat vertellen de brieven in het Julie van der Veen archief helaas niet, al wordt daar nog onderzoek naar gedaan.
De twee litho’s zijn dus een kunsthistorische curiositeit, een uitprobeersel van Schoonhoven. In die hoedanigheid worden ze niet opgenomen in de volgende druk van Jan Schoonhoven: Edities. Simpelweg omdat het geen officiële editie betreft. Wel worden ze opgenomen in het persoonlijke archief van Camillo Rigo. Desalniettemin zijn het twee bijzondere kunstwerken die in de collectie van een fanatieke Schoonhovenverzamelaar niet mogen ontbreken."